Meten van brede gezondheid: meetinstrumenten en ontwikkelingen
Op 19 november 2024 organiseerden het Institute for Positive Health (iPH), ZonMw en Vilans een inspirerende bijeenkomst over het thema “Het meten van Gezondheid”. Onder de vlag van het Landelijk Onderzoeksnetwerk Positieve Gezondheid kwamen professionals uit diverse kennisinstituten samen om zich te verdiepen in de vraag hoe gezondheid op een brede en integrale manier meetbaar kan worden gemaakt.
Er wordt volop gewerkt aan instrumenten die geschikt zijn voor het meten van brede gezondheid. Deze instrumenten bieden niet alleen inzicht in gezondheid op individueel niveau, maar zijn ook inzetbaar op collectief niveau. Ze kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt in evaluatieonderzoek naar zorgkwaliteit of bij het meten van de effecten van (beleids)interventies die gericht zijn op brede gezondheid. Tijdens de bijeenkomst van 19 november kregen deelnemers inzicht in de verschillen tussen deze instrumenten en namen deel aan discussies over hoe en wanneer deze het beste kunnen worden ingezet. De bijeenkomst was een vervolg op de dialoog over het meten van gezondheid die in 2020 plaatsvond.
Meetinstrumenten brede gezondheid
Hoe verhoudt de Context-Specific Positive Health Questionnaire (CPHQ), het meetinstrument dat momenteel wordt ontwikkeld binnen het ZonMw HTA-programma, zich tot andere instrumenten zoals de PH-17, PH-22 en de generieke PROM-set? Deze vraag stond centraal in het eerste deel van de bijeenkomst. Veronique Timmerhuis (directeur ZonMw) deed de aftrap en gaf aan dat de onderzoekers werken aan een forse methodologische uitdaging. Daarna volgden presentaties van Jessica Kiefte (LUMC) en Marieke Spreeuwenberg (UM) over Gezond Meten via de CPHQ, Marja van Vliet (iPH) over de PH-17, Lenny Nahar (Jeroen Bosch Ziekenhuis) over de PH-22 en Marijn Oude Voshaar (Erasmus Universiteit) over de Generieke PROM-set. Lees meer over de meetinstrumenten.
Welk instrument is het meest geschikt?
Na de presentaties werden deelnemers uitgenodigd om stelling te nemen op een denkbeeldige lijn. Hieruit bleek dat vooral niet-onderzoekers behoefte hebben aan meer praktische handvatten: welk instrument is het meest geschikt voor het breed meten van gezondheid? Een duidelijk antwoord hierop is er nog niet, omdat veel instrumenten nog in ontwikkeling zijn. Zo worden er momenteel vergelijkende analyses uitgevoerd tussen de CPHQ, PH-22 en PH-17.
Door deze ontwikkelingsfase zijn de instrumenten voorlopig nog niet geschikt om uitspraken te doen over het verzekerde zorgpakket. Wel is het waardevol om meerdere instrumenten beschikbaar te hebben, mits duidelijk is wanneer en waarvoor ze gebruikt kunnen worden. De werkgroep van de generieke PROM-set stelde voor om scores van verschillende instrumenten om te zetten naar een gezamenlijke schaal, zodat uitkomsten beter vergelijkbaar worden. Dit kan vooral nuttig zijn voor zorgverzekeraars en pakketbeheer.
Kaderprogramma Passende Zorg
In het tweede deel van de bijeenkomst schetste Sabine van Dijk (ZonMw) hoe de ontwikkeling van meetinstrumenten zoals de CPHQ, PH-17 en PH-22 aansluit bij het nieuwe ZonMw Kaderprogramma Passende Zorg. Dit programma, dat doorloopt tot 2028, richt zich op het onderzoek ter ondersteuning van het beheer van het basispakket van de zorgverzekering. De focus ligt daarbij op twee pijlers: kennisontwikkeling en onderzoeksinfrastructuur.
Het programma is gebaseerd op de vier principes van passende zorg uit het Integraal Zorgakkoord (IZA), wat betekent dat de zorg waarde-gedreven moet zijn, met de gezondheid en de waarde voor de patiënt centraal. Maar hoe meten we waarde-gedreven zorg? Duidelijk is dat instrumenten zoals de CPHQ, PH-17 en PH-22 essentieel zijn voor het meten van gezondheid en de impact van zorg, in plaats van zich te focussen op ziekte.
Meetinstrumenten vergelijken in 2025
De opbrengsten van deze bijeenkomst vormen de basis voor verdere verduidelijking van de onderlinge relatie tussen de verschillende meetinstrumenten. In de toekomst kan dit bijdragen aan bijvoorbeeld een position paper waarin de instrumenten naast elkaar worden gezet op basis van hun oorsprong, meeteigenschappen, doel, doelgroep en toepassingsgebied. Dit moet eindgebruikers meer inzicht geven in het juiste gebruik van elk instrument. Daarnaast werden waardevolle vervolgstappen gepresenteerd, die mogelijk kunnen worden opgepakt binnen het Kaderprogramma Passende Zorg.