Zij dragen Positieve Gezondheid een warm hart toe…

Hoe meer organisaties, professionals en burgers de kracht van Positieve Gezondheid ervaren en uitdragen, hoe groter de groep wordt die het zelf ook omarmt. Het is dan ook heel mooi om te zien dat er vanaf 2018 een verzameling volgers is ontstaan die volledig achter het gedachtegoed staat: de ambassadeurs van de Beweging Limburg Positief Gezond. Zij dragen Positieve Gezondheid uit in hun eigen professionele en privénetwerk. In gesprek met drie van hen: Monique van Heesch-Webers, Majelle Panis en Jan Fermont.

Monique van Heesch-Webers, zelfstandig wijkverpleegkundige
“Positieve Gezondheid sprak me meteen heel erg aan. Te meer omdat het in het verlengde ligt van waar ik al mee bezig ben. Alleen gaat dit nog verder. In mijn werk als wijkverpleegkundige heb ik het spinnenweb altijd in mijn achterhoofd en van daaruit stel ik directe vragen, zodat ik mensen aanzet tot nadenken. Ik ervaar het echt als goud in handen hebben, want je komt zo bij de oplossing waardoor iemand gemotiveerd is om ook écht aan het probleem te gaan werken. Iemand komt in beweging. Niet door te adviseren. Laat ze zelf met de oplossing komen. Met hier en daar eventueel een klein beetje ondersteuning komen ze al heel ver. Geweldig om te zien hoe mensen hierin groeien. En dat mensen zich hierdoor letterlijk beter in hun vel voelen, is niet meetbaar, maar wel heel zichtbaar. Ik ben een burgerinitiatief in de wijk begonnen. Daar gebruik ik Positieve Gezondheid ook. Ik spreek mensen aan op hun talenten: Waar ben je goed in? Waar word je blij van? Wat zou je willen veranderen in je omgeving? Er ontstaan hierdoor mooie verbindingen. En de hulp over en weer komt bijna automatisch op gang. Positieve Gezondheid is een mooie mogelijkheid om waarde toe te voegen aan het leven. De glimlach op een gezicht, de twinkeling in de ogen, dat is voor mij meetbaar genoeg.”

Majelle Panis van A4Works
“Wat is voor jou belangrijk? Wat heb je nodig? Wat kun je? Wat vind je leuk? Dit soort vragen en dus oprechte interesse gaan ertoe bijdragen dat het gat tussen werkzoekenden en werkgevers gedeeltelijk gedicht wordt. Je moet op zoek naar de kracht van de mens, wat vindt hij écht leuk, waarvoor komt hij zijn bed uit. We geven als ambassadeurs workshops aan andere professionals. Dat is een leuke eerste stap. Helpen met implementeren is de volgende. Als je zelf voelt wat het voor je doet, dan kun je een goed voorbeeld zijn voor anderen. Dan kun je Positieve Gezondheid overbrengen en professionals opleiden. Eén workshop volgen, is niet genoeg. De professionals moeten het gaan ervaren, het gaan snappen en zien wat het doet. Pas dan kunnen ze het vanuit intrinsieke motivatie toepassen bij anderen. Ik ben er als ambassadeur van overtuigd dat Positieve Gezondheid zal leiden tot gelukkigere, vitalere mensen die beter functioneren en participeren in de maatschappij. En ik zie dat al echt gebeuren in de dagelijkse praktijk.”

Jan Fermont van Counselingpraktijk Jan Fermont
“Ik ben al een hele tijd bezig om mensen met een burn-out te begeleiden en te behandelen. De methodiek die ik hierbij gebruik, heb ik ontwikkeld toen ikzelf kampte met een burn-out. Deze methodiek komt in grote lijnen overeen met Positieve Gezondheid. Gezondheid heeft namelijk met je hele leven te maken. Een burn-out is niet alleen iets dat met je werk te maken heeft, bijvoorbeeld. Verbetert er iets op een bepaald gebied (in het spinnenweb), dan gaat het meestal op een ander vlak óók beter. Als ambassadeur krijg je te maken met mensen van heel andere disciplines. Iedereen is op zijn eigen gebied bezig. Mijn werkwijze is niet zaligmakend. Anderen pakken het weer heel anders aan. Dat vind ik zeer interessant, boeiend en leerzaam. We versterken elkaar enorm. Ik geef workshops, vaak aan oudere mensen. Ik merk dat mensen bewuster in het leven gaan staan. Ze worden aan het denken gezet. Hoe ziet mijn leven eruit? Wat is belangrijk voor mij? Dat haal je uit het spinnenweb. In mijn praktijk kan ik dit meestal niet inzetten. Als iemand heel depressief is, heeft het geen zin om met de tool op de proppen te komen. Dat kan pas als iemand zich wat beter voelt. Je moet aanvoelen wanneer je het inzet. Het is een gespreksmodel. Maar natuurlijk neem ik het in mijn achterhoofd altijd mee.”