RIBW KAM over Positieve Gezondheid in GGZ: ‘Naast verbreden, vooral verdiepen’
RIBW KAM over Positieve Gezondheid in GGZ: ‘Naast verbreden, vooral verdiepen’
RIBW KAM is een organisatie die begeleid wonen biedt voor mensen die (tijdelijk) kwetsbaar zijn door psychiatrische en/of psychosociale problemen. Sinds enige tijd werkt de organisatie ook met Positieve Gezondheid. Niet alleen op cliëntniveau, maar in de hele organisatie.
Rob de Jong is lid raad van bestuur en vertelt samen met Marianne Post, inhoudelijk ontwikkelaar Vitaal Verder, over hun eerste kennismaking met Positieve Gezondheid.
Rob: ‘De kanteling in zorg, waarover Machteld Huber sprak, was baanbrekend. Met een ziekte ben je niet chronisch uitgerangeerd. Als ik voor mijzelf spreek – ik ben van origine werktuigkundig ingenieur – heb ik lange tijd gewerkt vanuit het perspectief dat we vanuit onze zorg iets moesten ‘repareren’. Door Positieve Gezondheid kwam het besef dat we aan de verkeerde kant zaten te sleutelen. Het heeft ons helpen kijken naar het eigen vermogen om regie te voeren, waarmee we aansluiten op de waarden en behoeften van mensen zelf. Hierdoor wordt de focus verbreed en ontstaat er een beweging vanuit veerkracht. Positieve Gezondheid is de representatie van iemands leven en geen doel op zich. Zo is het geen doel dat het spinnenweb een ‘groei’ laat zien, je hoeft dit niet ‘af te vinken’; het gaat er enkel om wat belangrijk is voor die persoon.’
Marianne: ‘We merkten dat het spinnenweb goed bruikbaar is wanneer de cliënt weer over voldoende veerkracht beschikt. Maar in complexe en vastgelopen situaties waarin onze cliënten soms verkeren, valt het echt niet mee. In dat stadium moeten we eerst aansluiten bij de menselijke behoeften zoals de behoefte aan houvast, aan betrouwbaarheid, aan duidelijkheid of aan begrijpelijkheid. Bij het werken met Positieve Gezondheid in deze fase is de aandacht voor het aansluiten op deze behoeften een voorwaarde. Dat noemen wij verdiepen.’
Rob: ‘Positieve Gezondheid helpt bij het verbreden van het blikveld van ziekte naar leven. In de mentale zorg is er daarnaast verdieping nodig. Cliënten kunnen in deze fase agressief of zorgmijdend zijn. Zij moeten dan voelen: hé, dit kunnen wij samen. Dit doen wij door aan te sluiten op hun waarden en behoeften.’
Marianne: ‘Juist. Dat zit in kleine dingen. Bijvoorbeeld door samen met de cliënt een ritme op te bouwen waarin hij deze waarden kan ervaren. Het veerkrachtniveau van cliënten wordt chronisch overschat. Zodra het mensen lukt om in gesprek te gaan over Positieve Gezondheid, zijn ze al ver gevorderd in hun veerkrachtontwikkeling. Wat we merken is dat mensen vaak de pijlers van Positieve Gezondheid eerst praktisch willen ervaren in hun leven. Met kleine taken waarmee zij betekenisvol kunnen bijdragen, zoals planten water geven, bijvoorbeeld. We focussen in de zorg vaak op een probleem dat er ligt en dat gaan we dan ‘oplossen’. Wij hebben ervoor gekozen om praktisch, vanuit het dagelijks leven te beginnen, met de primaire levensbehoeften als het ware. Daarna komt er ruimte voor het andere gesprek.’
Rob: ‘Verbreden is ontzettend belangrijk, maar verdieping in mentale gezondheid is onontbeerlijk. En als je zorg goed wil organiseren, dan moet je organisaties op dezelfde manier inrichten. Veel medewerkers willen wel werken met Positieve Gezondheid, maar wat speelt er eigenlijk bij hen? Werknemers die gebukt gaan onder werkdruk, voelen geen ruimte om een nieuwe manier van werken toe te passen. Zij willen zich daarin wel gesteund voelen door hun organisatie. Want als een leidinggevende taakgericht stuurt op Positieve Gezondheid, werkt het evenmin. Wil je werken met Positieve Gezondheid dan moet de hele organisatie het gedachtegoed doorleven. Ook hier dus verdiepen naast verbreden. Om hier handen en voeten aan te geven zijn wij onlangs het initiatief Triple Zeven gestart.’
Marianne: ‘Ook als we in de organisatie de regie dreigen te verliezen zien we vaak dat mensen zich terugtrekken. Als de jaarcijfers tegenvallen, of het ziekteverzuim oploopt, dan gaat het instinct vaak meespelen en laten organisaties plotseling hun principes los. Pas als je juist in die situaties vanuit principes keuzes kunt maken, echt overtuigd bent van het belang van aansluiten op waarden en behoeften, pas dan is de kanteling geslaagd en is er ook als organisatie sprake van veerkracht. En dat gaat verder dan alleen de zorg, het moet door de hele organisatie doorleefd worden. Binnen onze organisatie organiseren we bijvoorbeeld elke week een call voor de leidinggevenden. Daar gaat het over inhoudelijke zorg, gekoppeld aan de patronen die wij ervaren: Wat is de neiging? Wat is de bedoeling? Waar zijn we wel en niet van? Op die manier gaan medewerkers de werkwijze voelen. Echt werken met Positieve Gezondheid lukt als je gecommitteerd bent, het is een cultuuromslag in alle lagen van de organisatie.’
Rob: ‘Het is een behoorlijke klus, maar écht de moeite waard voor onze cliënten en voor onze collega’s!’