Positieve Gezondheid moet je rustig de tijd gunnen
Het Jeroen Bosch Ziekenhuis omarmde in 2017 als eerste ziekenhuis Positieve Gezondheid. Wat drijft dit ziekenhuis? En wat valt er te leren van de aanpak daar? Bestuursvoorzitter Piet-Hein Buiting: ‘Positieve Gezondheid is als gras. Om het te laten groeien, moet je het goed bemesten en er vooral niet aan gaan trekken.’
Toen het ziekenhuis Positieve Gezondheid omarmde, was veel nog pionierswerk, vertelt Buiting. Nu, een jaar later, blijkt dat er veel in gang is gezet. Zelfs op plekken die hij van tevoren niet had kunnen bedenken. Het avontuur begon met het besef dat goede zorg gaat over wat er in het leven van mensen van belang is. ‘Dan kan je niet volstaan met alleen een medische blik. Zeker niet als er sprake is van chronische aandoeningen. Je zal ook oog moeten hebben voor wat zich in het leven van patiënten afspeelt, wat ze zelf willen en wat daarvoor nodig is. We noemen dat gezondheidswelzijn.’ Dit vormde het uitgangspunt voor het nieuwe strategische beleid.
Andere vragen stellen
Sindsdien gaat er steeds meer anders in het ziekenhuis. Neem bijvoorbeeld dat wat er besproken wordt tijdens het spreekuur. Buiting: ‘In de oncologie is het gebruikelijk mensen regelmatig te zien. De medische neiging is om dan te vragen naar mogelijke complicaties en klachten. Voor je het weet, is het hele consult daaraan besteed. Maar als je iemand eerst vraagt naar wat belangrijk is voor hem of haar, zijn er best veel mensen die zeggen: ‘Dat van die complicaties weet ik wel – dat is onvermijdelijk – maar ik worstel met andere vragen.’ Terwijl je die bespreekt, kun je nog steeds nagaan hoe het medisch gezien gaat.’
Effectonderzoek is een uitdaging
Buiting ziet Positieve Gezondheid als een beweging die tijd vraagt om organisch te groeien. Het concept is nog niet eenduidig uitgewerkt in zijn randvoorwaarden. Dat maakt Positieve Gezondheid tot een ontdekkingstocht. Ook moet je er volgens Buiting mee kunnen leven dat er vooralsnog weinig te zeggen valt over de effecten op langere termijn. ‘Je zal het – net als in veel andere situaties – moeten doen met een hypothese die plausibel is, en waarbij de eerste ervaringen die hypothese ondersteunen. Het is een uitdaging om de effecten wetenschappelijk aantoonbaar te maken. Tot nu toe bepaalden we als medici grotendeels zelf de uitkomstmaten. Hoeveel meters kan iemand na behandeling bijvoorbeeld lopen? Nu is het de patiënt die moet objectiveren wat hij er beter van is geworden. Daar hebben we veel minder ervaring mee. We zijn dat als ziekenhuis samen met onze academische partners aan het vormgeven.’
Tips voor anderen
Het Jeroen Bosch Ziekenhuis is nu een jaar aan het werk met Positieve Gezondheid. Welke tips heeft Buiting zoal aan andere ziekenhuizen?
Kies slim waar je de beweging in gang zet
‘Wij zijn gestart op plekken waar we verwachtten goede resultaten te behalen. Dat is in de zorg rond mensen met chronische aandoeningen, zoals hartfalen, oncologie en dialyse. Gecombineerd met specialisten en verpleegkundigen die enthousiast zijn om met Positieve Gezondheid te werken.’
Begin klein en doe dat op veel plekken tegelijkertijd
‘Denk aan de moestuintjes van de Albert Heijn-actie. Je begint gewoon met één potje radijsjes of worteltjes. Heel overzichtelijk. Je hoeft dus niet gelijk een hele moestuin te beginnen – met al het onderhoud dat daarbij hoort. Maar door met elkaar op veel plekken klein bezig te zijn, groeit het theoretische concept stukje bij beetje uit naar wat we als totaal zouden willen.’
Wees bereid tot onorthodoxe stappen
‘Positieve Gezondheid gaat ook over eigen regie en het maken van eigen keuzes in het leven. Dat zet je aan het denken over hoe je de keuzemogelijkheid van mensen kunt vergroten. Zo blijkt dat mensen niet alleen zelf een afspraak willen maken wanneer het hun schikt, maar ook meer invloed willen op wíé ze spreken, terwijl nu in de zorgpaden vastligt wanneer je de specialist ziet of de verpleegkundige. Ga je uit van wat voor de patiënt belangrijk is, dan kom je dus al snel op vraagstukken en oplossingen waar je nooit over hebt nagedacht.’
Denk na over je rol als bestuurder
‘Je kunt deze beweging niet maken als je als bestuurder zegt: wat een interessant concept, laten we daarmee aan de slag gaan. De kans op weerstand is dan groot. We zijn begonnen met de vraag: hoe zit ons vak anno 2025 in elkaar? Dat bediscussieerden we zo breed mogelijk, bijvoorbeeld met professionals, patiënten, huisartsen en gemeenten. Terugredenerend kwamen we uit op Positieve Gezondheid.’
Zet Positieve Gezondheid niet op de afvinklijst
‘De grootste valkuil is om Positieve Gezondheid altijd in te zetten. Er zullen altijd situaties zijn waarbij dat niet iets toevoegt – om welke reden ook. Laten we in ons ‘volledigheidsperfectionisme’ Positieve Gezondheid vooral niet op de afvinklijst zetten, naast bloeddruk en gewicht meten. Daar wordt Positieve Gezondheid sleets en betekenisloos van.’
Verleid en investeer
‘We hebben met hulp van iPH een opleidingstraject ingezet om medewerkers te leren werken met Positieve Gezondheid. Áls ze dat willen. Er zit geen drang of dwang op: we willen dat iedereen zelf een eigen afweging maakt. Het moet een positieve keuze zijn om met Positieve Gezondheid aan de slag te gaan. We voeden de nieuwsgierigheid om aan te haken door de resultaten en ervaring te delen van mensen die er al mee werken.’
Reik over de muren van het ziekenhuis
‘Realiseer je dat Positieve Gezondheid zich niet beperkt tot je eigen ziekenhuis. Ga je ermee aan de slag, dan verbind je je vanzelfsprekend meer met de buitenwereld. Je blik wordt breder, je wordt sensitiever voor wat er allemaal in gang wordt gezet, en hoe je elkaar kunt versterken in gezondheidswelzijn. Dat levert veel moois op.’
Volgen hoe Positieve Gezondheid een plek krijgt in het Jeroen Bosch ziekenhuis?