Positieve Gezondheid: een gemeenschappelijke taal

Als een sneltrein raast Positieve Gezondheid door Limburg

Het had niet veel gescheeld of Machteld Huber van Institute for Positive Health (iPH) had haar lezing die alles zou veranderen in Limburg op het gebied van gezondheid niet kunnen geven. De trein die haar naar Zuid-Limburg vervoerde had panne, direct onder Utrecht. En natuurlijk zat zij niet alléén in die trein. Op het perron van een kleine stationnetje waar het lange vervoermiddel naartoe gesleept werd, stonden tig mensen in pakken die óók naar het zuiden wilden. Goede raad was duur… Dan maar op een andere manier, dacht Huber. Even later sjeesde de onderzoeker, gepropt met vijf anderen in een taxi, naar het Zuid-Limburgse land. Later dan gepland kon zij toch nog haar gedachtegoed voor het voetlicht brengen bij de gedeputeerde, met grote gevolgen.

Sneltrein door Limburg
Positieve Gezondheid is ook als een sneltrein, maar dan zonder pech, door Limburg geraasd. Onderweg zijn er veel nieuwsgierigen ingestapt. Er zijn heel wat stations gepasseerd, soms kleine, andere keer weer grote. Enthousiast zijn mensen en organisaties her en der overgestapt of uitgestapt op de plaats van bestemming om daar hun collega’s en andere geïnteresseerden aan te steken door hun enthousiasme over Positieve Gezondheid. De trein rijdt nog steeds verder, kriskras door het Limburgse land. Met een steeds groter bereik.

Iedereen wilde meedoen
Het begon allemaal met Marleen van Rijnsbergen, de toenmalige gedeputeerde voor de Sociale Agenda en Zorg van Provincie Limburg. De gezondheidsachterstand, het welzijn en de leefbaarheid in Limburg waren heel grote problemen in vergelijking met de rest van Nederland. Er moest een kentering komen. De oud-gedeputeerde vertelt: “Het begon met een aantal mensen, zoals dat vaker gaat als je gedeputeerde bent, die een goed idee hadden voor de Sociale Agenda. Halverwege de lezing van Machteld Huber was het al helemaal duidelijk: dit is gewoon wat past bij de Sociale Agenda. Sterker nog: ik vond dat het hier om draaide. Alles wat we al deden of wat we wilden gaan doen kwam hierin samen.” Een plan van aanpak was snel gemaakt. Dit bestond uit drie fases. De eerste was: Limburg laten wennen aan het begrip en warm laten lopen hiervoor. Dit ging heel snel. Iedereen wilde meedoen. Er was een heel tijdpad bedacht voor PR, maar dat was helemaal niet nodig. Het ging veel sneller. “Het enthousiasme dat we hadden, sloeg heel snel over naar onze partners en uiteindelijk naar mensen die wilden aanhaken”, vervolgt de oud-gedeputeerde.

Knie van kamer 12
Mensen moeten geïnspireerd raken, zodat ze ermee aan de slag gaan. Het moest gaan over de complete persoon, niet alleen over bijvoorbeeld ‘de knie van kamer 12’. Iemand is niet zijn ziekte of aandoening. Hij is een persoon die toevallig een handicap heeft. En ga bovendien zeker niet voor iemand invullen. Vraag hoe iemand zich voelt. Wat hij wil. Wat hij nodig heeft. En neem niet alle zorg uit handen. Laat de regie liggen bij de persoon zelf. Dan heeft hij ook het gevoel dat hij het probleem eigenhandig aangepakt heeft. Wat enorme voldoening geeft, als het lukt om het op te lossen. Het is belangrijk dat iedereen dit voor ogen heeft, van de vrijwilliger in een speeltuin tot een arts in het ziekenhuis. En er moest actie komen. Geen woorden, maar daden. Machteld Huber: “Ik merkte heel snel dat het geen zin had dat wij in Limburg gingen vertellen hoe het moet. Het hoort iets van de Limburgers zelf te zijn. Er is toen een Actiecentrum Limburg Positief Gezond opgezet. Mieke Reynen was hierin als projectleider vanuit iPH de aanjager. We moesten voor reuring zorgen en daar zijn we met vlag en wimpel in geslaagd.”

De sleutel tot verbetering
Ondanks dat het vooraf niet duidelijk was wat Positieve Gezondheid zou opleveren, is de Provincie Limburg ingestapt in de trein. “Normaal gesproken moet er van tevoren duidelijk zijn wat de beoogde resultaten zijn, anders komt er geen geld los. Maar dit provinciebestuur heeft begrepen dat Positieve Gezondheid de sleutel is tot verandering en uiteindelijk verbetering. Zo kon het enthousiasme rondgaan onder burgers, professionals, organisaties en werkgevers”, vertelt Mieke Reynen. Marleen van Rijnsbergen vult aan: “Dat is bestuurlijk heel spannend. Er is geen einddoel. Geen duidelijke targets of mijlpalen, zoals dat gebruikelijk is. Bij mij en bij het hele bestuur leefde de overtuiging: als we iets willen, is dit de beste manier om het aan te pakken. Het heeft weinig zin om iets over Limburg uit te storten, terwijl de Limburgers er niet op zitten te wachten. Daarom was het misschien bestuurlijk juist heel makkelijk. De mensen begrepen het. Je hoefde het niet keer op keer uit te leggen. Wat ook meewerkte was het feit dat we iedereen van de Provinciale Staten uitnodigden om te komen naar de inspiratiessessies, waar velen ook daadwerkelijk gehoor aan gaven. Zo wisten ze wat het inhield en werden ze zelf aangestoken door het enthousiasme van anderen.”

Gemeenschappelijke taal
Er volgden lezingen, inspiratiesessies en workshops. Zeg maar gerust: tig van dit soort bijeenkomsten. Alles om maar zoveel mogelijk mensen te bereiken én te enthousiasmeren. Mieke Reynen vertelt: “Een fysiotherapeut kan sneller zijn vakbroeders en -zusters overtuigen. Een arts zijn collega-artsen. En zo ging het als een sneltrein rond. Burgerkracht Limburg pakte het snel op en heeft veel gedaan richting de burgers: workshops gegeven, ambassadeurs gezocht, mensen opgeleid en in buurthuizen lezingen gehouden. Het was soms zo dat burgers zelf bij hun huisarts aanklopten dat ze volgens Positieve Gezondheid behandeld wilden worden. Waarop de huisarts wilde weten wat het precies inhield en ons uitnodigde voor een lezing. Het werkte als een olievlek.”

Ook zijn er inspiratiesessies met actuele thema’s opgezet samen met organisaties. Mensen ontmoetten elkaar tijdens deze bijeenkomsten. Er ontstonden dwarsverbanden tussen verschillende domeinen. Wat beoogd was, gebeurde dus ook. Marleen van Rijnsbergen vult aan: “Onze beleidsplannen hebben verbanden naar andere domeinen, zodat samenwerking ook veel makkelijker gaat. Het was alsof Positieve Gezondheid een gemeenschappelijke taal werd voor samenwerking tussen het sociaal domein en burgerinitiatieven. Heel mooi om te zien.”

“Wat ik goed vind is dat het beroepsonderwijs ook enthousiast was. Daardoor krijgt Positieve Gezondheid ook een plekje in opleidingen. Een mooie ontwikkeling. Ook is het heel gunstig dat Wonen Limburg is aangesloten. Het is belangrijk vitale wijken te creëren met betrokken burgers. Doordat vanuit verschillende perspectieven mensen zijn gaan samenwerken, kreeg je het op heel veel tafels geagendeerd”, vertelt Mieke Reynen. Onder artsen geldt vaker: ‘levert het resultaat op, dan zijn we geïnteresseerd’. En dat deed het. Hans Peter Jung was de eerste Limburgse én Nederlandse arts die ermee aan het werk ging. Hij kwam ermee in de landelijke belangstelling. Zijn patiënten zijn zeer tevreden en er wordt veel geld bespaard in zijn praktijk. Dit had een aanjagende werking op andere zorgverleners.

Internationale belangstelling
Bij een congres over Positieve Gezondheid was duidelijk wat voor een impact het had. En niet alleen in Limburg. “Er waren 300 mensen uitgenodigd, terwijl er nog zo’n 50 tegen de muren stonden, omdat er geen stoel meer vrij was. Iedereen wilde erbij zijn. Er hing een enorme energie in de zaal. En er was zelfs iemand uit IJsland aanwezig, die dit mee wilde maken. Ze zijn daar zo geïnspireerd geraakt door het project in Limburg dat ze Positieve Gezondheid nu in eigen land hebben geïntroduceerd. Daar blijft het niet bij. België, Duitsland en zelfs Japan zijn ermee bezig en natuurlijk ook vanuit de rest van Nederland wordt naar Limburg gekeken”, vertelt een trotse Machteld Huber.

Volle kracht vooruit
Het laatste halfjaar is er heel hard gewerkt om ervoor te zorgen dat de meewerkende partners eigen regie én verantwoordelijkheid nemen. En daar is de Beweging Limburg Positief Gezond uit voortgekomen (van Actiecentrum naar Beweging). Burgerkracht Limburg gaat de kar trekken. Mieke Reynen vertelt: “In verband met de coronacrisis heeft het helaas allemaal wat stil gelegen. Vanaf 15 augustus is er een nieuwe coördinator aangesteld: Loek Vaessen. De beweging kan nu dus weer met alle samenwerkende partners met volle kracht vooruit.”

Van Limburgers zelf
Nu alles in gang gezet is, is het zaak dat Positieve Gezondheid (nog meer) geïmplementeerd wordt binnen organisaties. Fase 2 van het plan van aanpak is in werking getreden. Provincie Limburg heeft mede de kar getrokken en middelen ter beschikking gesteld. Nu die handschoen opgepakt is, blijft de Provincie zeker nog betrokken, maar kan het wel een stap terug doen. Het sociaal domein ligt namelijk vooral bij gemeenten, zorginstellingen en woningcorporaties. Eigenlijk in heel Limburg. “Positieve Gezondheid heeft alleen maar toekomst als het van de Limburgers zelf wordt. Dat zie je nu heel krachtig gebeuren”, sluit Machteld Huber tevreden af.

 


IN MEMORIAM
Peter Boonen. De kleine, grote reus is niet meer.
Peter is erg belangrijk geweest voor Positieve Gezondheid in Limburg. Zeker in de fase van de vormgeving van het hele plan. Hij had een enorm netwerk en kon vrij denken. Hij was wars van bureaucratische processen en regels en omzeilde die waar het kon. Hij heeft voor een groot deel de Sociale Agenda bepaald. Het is ontzettend belangrijk om in je organisatie iemand te hebben die Positieve Gezondheid als zijn persoonlijke missie ziet en zo de verbindingen kan leggen. Zo’n persoon was Peter Boonen. Hij is op 8 maart 2019 plotseling overleden.