Jeugdarts Sanne over de Jongerentool: ‘Een goed gesprek kan al helpend zijn’
Jeugdarts Sanne over de Jongerentool: ‘Een goed gesprek kan al helpend zijn’
Sanne de Kreij is werkzaam bij GGD IJsselland. De organisatie werkt sinds enkele jaren met Positieve Gezondheid. De omslag was niet geheel nieuw voor Sanne: als jeugdarts weet zij dat er veel dingen bepalen hoe het met een kind gaat. Sanne is als jeugdarts verbonden aan diverse middelbare scholen. Eén van haar taken is om te kijken of jongeren, met bijvoorbeeld somberheidsklachten, doorverwezen moeten worden. Met de Jongerentool van Positieve Gezondheid kwamen Sanne en een zestienjarige cliënt onlangs tot een verhelderend inzicht.
“Toen ik in contact kwam met dit zestienjarige meisje, ging GGD Ijsselland toevallig steeds meer aan de slag met Positieve Gezondheid. ‘Er is ook een Jongerentool’, zei mijn teammanager. Daar was ik natuurlijk nieuwsgierig naar. Dit meisje werd door de leerlingbegeleider bij mij aangemeld. Als een mentor, docent of leerlingbegeleider op een middelbare school vermoed dat een leerling doorverwezen moet worden, word ik vaak ingeschakeld. Dit meisje was angstig en somber. Daardoor werd zij naar mij doorverwezen. Het was aan mij om te besluiten of er externe hulp nodig was.”
“Omdat we destijds in lockdown zaten, vond het eerste gesprek met dit meisje telefonisch plaats. Dat is voor een zorgverlener die moet achterhalen hoe iemand zich voelt, natuurlijk geen ideale situatie. Toch hadden we een goed gesprek met elkaar. Het meisje gaf aan zich inderdaad somber en angstig te voelen, maar ik merkte dat er geen acute zorg nodig was. Toch wilde ik haar wel nog een keer live spreken, om een goede inschatting te maken. Ik wil cliënten kunnen helpen zonder hen onnodig door te verwijzen. Tijdens onze fysieke afspraak, had ik het spinnenweb van Positieve Gezondheid uitgeprint. Ik had inmiddels een en ander over Positieve Gezondheid gelezen en was benieuwd naar wat het andere gesprek zou brengen.”
“Nadat het zestienjarige meisje het spinnenweb had ingevuld, bleek zij de dimensie Meedoen lager te scoren. Dat was ook voor haarzelf een verrassing. Ik heb hierop doorgevraagd: ‘waarom is deze score zoals hij is?’ Het meisje gaf aan een leuke en grote vriendengroep te hebben. Het probleem was echter dat zij zich in de groep niet altijd veilig genoeg voelde om haar mening te geven. Dat zou leiden tot discussies. En wanneer ze haar mening wel gaf of er ontstond een discussie in de groep, ging ze ’s avonds piekeren, waardoor ze slecht sliep en zich de volgende dag somber voelde. Uiteindelijk konden we de klachten van dit meisje terugvoeren naar de angst om haar mening openlijk te delen. Dat is niet raar, niet afwijkend, maar het kan wel een druk op haar leggen.”
“Na deze ontdekking, besloot ik samen met het meisje dat doorverwijzing niet nodig was. Ze gaf aan dat de realisatie van de kern van haar somberheid eigenlijk al veel opluchting gaf. Ze vond het verhelderend dat ze diep moest nadenken over zaken waar ze eerder niet bij had stilgestaan. Later schreef ze me: ‘Ik vond het fijn om met het spinnenweb te werken. Dat komt doordat verschillende onderwerpen bij je worden voorgelegd waar je over na moet denken. Bij een aantal onderwerpen in het spinnenweb had ik niet stilgestaan dat het een factor zou zijn voor de manier waarop ik mij voelde. Door deze dingen te ontdekken kon ik voor mezelf een plan maken hoe ik dat kon oplossen. Dat heeft mij enorm geholpen en sindsdien kwam er langzamerhand meer voortuitgang in mijn denkwijze.’
Sanne volgt inmiddels de basismodule Positieve Gezondheid en erkent dat zij in het eerste gesprek nog veel beginnersfouten maakte. “Maar het heeft me wel zo enthousiast gemaakt dat ik het vaker wil toepassen. Ik vind Positieve Gezondheid fantastisch. Mooi ook dat Machteld Huber door haar eigen ervaring op een idee is gekomen, dat heeft uitgewerkt en dat dit zo groot is geworden. En aan de andere kant denk ik vaak: ‘ja, natuurlijk, waarom werken we niet allemaal zo?’”
“Goede zorg gaat ook om goed luisteren. Natuurlijk kun je daarmee niet alles voorkomen. En natuurlijk moet acute zorg altijd geleverd worden. Maar luisteren en een persoon echt zien, kan een groot verschil maken. Een goed gesprek voeren kan in die zin al helpend zijn. In de zorg denken we vaak: ‘er is een vraag en wij moeten het oplossen’. Dat moeten we veranderen naar: ‘Er is een vraag en mensen willen hun verhaal kwijt.’ Daar moeten we meer oog voor hebben.”