Hans Peter Jung: ‘Je mag er zijn’
Hans Peter Jung: ‘Je mag er zijn’
Aan het begin van dit jaar mocht ik een voorwoord schrijven voor een boekje over hulp bij rouwverwerking na het verlies van een dierbare. Ik realiseerde me dat het boekje in essentie ging over hoop. Hoe je mensen die de hoop dreigen kwijt te raken, kan helpen. Hoop is zo belangrijk. Hoop is als zuurstof, we kunnen niet zonder. We zeggen niet voor niets ‘hoop doet leven’. Om hoop te mogen ervaren is een doel nodig: zicht op een betekenisvol leven. Daarnaast energie om daarvoor op weg te willen gaan. Maar ook een kaart om de mogelijke routes naar het doel uit te stippelen. De vraag: “Waar hoop je op?” raakt voor mij de kern van Positieve Gezondheid en is misschien wel een van de belangrijkste vragen die ik als huisarts in de spreekkamer van huisartsenpraktijk Afferden heb leren stellen. Mensen kunnen zich zo ‘hopeloos’ voelen na het verlies van een dierbare: zonder doel, zonder energie, zonder route…
Dat heb ik zelf moeten ervaren toen onze dochter Robin op 14-jarige leeftijd overleed aan een longontsteking. Bij het verschijnen van dit magazine precies 10 jaar geleden. Dat moment op de intensive care, dat ze van de beademing af werd gehaald en dat ze het weer op eigen kracht moest doen, maar dat dat niet lukte… hopeloos.
Ze was zo bijzonder. Ze was zo vol vertrouwen en tegelijk zo kwetsbaar. Ernstig gehandicapt vanaf haar geboorte. Verlamd aan armen en benen. Veel last van epilepsie, blind ook nog eens en functionerend op een niveau van een baby van 6 maanden. Maar wat een levenskracht en wat had ze ons veel geleerd in haar korte leven.
Op haar sterfbed beloofde ik haar dat ik mijn best zou doen om verder te leven. Verder te leven op een manier die recht zou doen aan de 14 jaar dat ze bij ons is geweest. Laten zien dat ze niet voor niets geleefd had. Dat was fijn en gaf zicht op een doel, maar nog geen energie, laat staan een route…
Vrij snel probeerde ik mijn spreekuren weer op te pakken. Ik had het idee dat de moeheid die ik voelde het jaar voorafgaande aan het overlijden van Robin te maken had met de toenemende zorg voor haar. Zorg die nu van onze schouders afviel. Er zou dus weer energie moeten zijn, maar wat viel dat tegen! Ik ontdekte dat ik niet moe was geworden van de verzorging van Robin, maar dat ik moe werd van mijn werk. Het klopte niet meer. Het was te druk, er was te weinig tijd. Ik ontdekte dat ik niet de huisarts kon zijn die ik wilde worden toen ik startte met de huisartsenopleiding. Bijna een jaar heb ik toen niet gewerkt en nagedacht of ik nog wel huisarts wilde zijn en hoe dan.
Langzaam kwam de energie weer terug en na de ontdekking van het gedachtengoed van Positieve Gezondheid had ik ook weer een route! In de kern had ik ontdekt dat de verzorging van Robin voor mij juist de bron van energie was geweest, niet de moe-maker. Met volle aandacht en met vertrouwen er zijn voor elkaar. 1 op 1. Daar waren we goed in geworden, Robin en ik. Zo zou het er in mijn werk ook uit moeten zien. In samenwerking met zorgverzekeraar VGZ startten we een experiment in onze praktijk, waarbij ik meer tijd per patiënt kreeg en een ander gesprek met mijn patiënten kon voeren. Positieve Gezondheid vormgeven dus. Ik kon weer vragen: “Hoe gaat het me je?” En toen ging het weer stromen. Het bleek dat we 25% minder verwezen naar het ziekenhuis door de andere manier van werken. Dat we minder pillen voorschreven en minder diagnostiek aanvroegen. Tegelijkertijd bleek dat de patiënten in de praktijk meer tevreden waren en dat gold ook voor de praktijkmedewerkers zelf. We moesten zelfs een patiëntenstop voor nieuwe patiënten instellen. Best wel bijzonder voor een praktijk in één van de grootste krimpregio’s van Nederland.
Ik dacht dat mijn energie wegvloeide door de zorg voor mijn dochter, maar ik was moe van mijn werk...
Er kwam veel aandacht voor onze werkwijze en op veel plekken mocht ik daarover vertellen. Dat was fijn, want dat was een moment waarop ik het ook over jou, Robin, kon hebben. Een foto van jou kon laten zien, bij mij op schoot, samen met ons gezin muziek makend in het park op het dorpsfeest. En kon vertellen hoe belangrijk je nog steeds voor ons mag zijn. Recht doen aan mijn belofte en daarmee recht doen aan jou. Een van die praatjes was voor de provincie Limburg, alweer jaren geleden. Later hoorde ik dat dat praatje een belangrijke rol had gespeeld bij de keuze Positieve Gezondheid te gaan omarmen in de sociale agenda van de provincie. Daarnaast stimuleerde het ook andere huisartspraktijken om met Positieve Gezondheid aan de slag te gaan en de zorgverzekeraar maakte meerdere pilots mogelijk. Ook lukte het om de ontwikkelde ideeën over de invoering van Positieve Gezondheid samen met Machteld Huber en Karolien van den Brekel op te gaan schrijven in het Handboek Positieve Gezondheid voor de huisartsenzorg dat begin volgend jaar zal verschijnen.
Afgelopen zomer kreeg ik een bijzonder telefoontje van Robert Housmans, gedeputeerde sociale agenda, zorg en veiligheid van de provincie Limburg. Hij zei: “Misschien moet je even gaan zitten, want ik heb je iets bijzonders te vertellen. We gaan een fonds oprichten ter ondersteuning van de vitaliteit van kwetsbare personen en gemeenschappen in Limburg. Positieve Gezondheid is hierbij belangrijk en huisartsenpraktijk Afferden heeft daar een bijdrage aan geleverd. We zijn geraakt door de belangrijke rol van je dochter hierbij en zouden je willen vragen of je het goed vindt dat we het fonds het Robin Jung Fonds gaan noemen…”
Lieve Robin, wie had dat ooit kunnen denken. Jouw naam verbonden aan een fonds dat kan bijdragen aan nieuwe hoop. Zo fijn. Je mag er zijn!