10 jaar Positieve Gezondheid: De muur gaat een keer vallen
10 jaar Positieve Gezondheid: De muur gaat een keer vallen
Deze decembermaand is het precies 10 jaar geleden dat de kiem gelegd werd voor wat naderhand Positieve Gezondheid ging heten. Een mooi moment om met Machteld Huber terug én vooruit te blikken. De grondlegster van het gedachtegoed zag destijds niet aankomen wat het allemaal teweeg zou brengen. ‘Het is heel hard gegaan.’
Wat heeft je verwonderd?
‘Hoe belangrijk een momentum is. De tijd moet rijp moet zijn voor een vernieuwing – en dan krijgt die ineens vleugels. Je moet weten dat ik vlak voordat ik met de definitie van gezondheid aan de slag ging, het grootste onderzoek ooit had gedaan naar mogelijke gezondheidseffecten van biologische landbouw. Er kwamen dingen uit waarvan ik dacht: dit gaat een aardverschuiving geven. Maar nee. De uitkomsten pasten namelijk totaal niet bij het politieke klimaat en de maatschappelijke opvattingen van destijds. Niks bewoog. Toen ben ik verder gegaan met onderzoek naar gezondheid. En dat brak wel door.’
Wat maakte dat de tijd toen rijp was?
‘De opkomst van Positieve Gezondheid viel samen met een aantal ontwikkelingen. Steeds meer zorgprofessionals kregen last van al die regels, controles en lijstjes. In plaats van dat die kwaliteit brachten, liep de werkdruk op. Professionals raakten uitgeblust omdat ze niet meer konden doen waar hun hart naar uitging in het vak. In die tijd werden ook patiënten mondiger en ze wilden meer invloed op keuzes die hen raken. De herstelbeweging in de ggz was in opkomst. De gezondheidszorg bereikte als het ware net een verzadingspunt toen Positieve Gezondheid haar entree maakte.’
Heeft de brede omarming je verrast?
‘Ja. Er kwamen ontzettend veel reacties en vragen los. We waren nog volop bezig om het gedachtegoed verder te ontwikkelen. Aan de andere kant: ik lees nu het boek van Paul Polman, oud-CEO bij Unilever. Wat me daarin opvalt is dat het bedrijfsleven al veel langer waarde hecht aan de zoektocht van mensen naar wat voor hen betekenisvol is. Er zijn zelfs coaches die hen daarbij helpen. Het lijkt sterk op waar het bij Positieve Gezondheid om gaat: mensen helpen om hun levensdoelen te ontdekken en die centraal te plaatsen.’
Wat wordt de belangrijkste mijlpaal voor Positieve Gezondheid?
‘Het moment dat er genoeg mensen zijn die denken: het moet anders in de zorg. Ik vergelijk het met de val van de Berlijnse muur. Ooit was in het Oostblok ondenkbaar dat dát zou gebeuren. Toch gebeurde het. En het gebeurde op het moment dat steeds meer gelijkgestemden met dezelfde gedachte elkaar vonden. Ik voorzie dat met de zorg iets dergelijks gaat gebeuren. Het heeft alleen nog wat tijd nodig.’
Hoeveel tijd?
‘Ik schat zo’n 5 jaar. En ik hoop minder. Maar ik vrees dat de problemen in de zorg eerst nog groter en nijpender moeten worden, voordat ‘de muur valt’. Maar vallen gaat die.’
Wat was de leukste klus om te klaren tot nu toe?
‘De internationale conferentie organiseren van december 2009 waarin we ons wereldwijd bogen over de vraag: wat is gezondheid? Ik zat midden in mijn zoektocht naar wat mensen nou veerkrachtig maakt als ze hebben te dealen met ziekte. Maar die veerkracht mocht geen gezondheid heten, gezien de WHO-definitie. De voorzitter van de Gezondheidsraad en de directeur van ZonMw herkenden direct mijn vraagstuk. Is gezondheid nou een toestand die je bereikt? Of is het een vermogen? Zo ontstond ons idee voor de internationale conferentie. Daar is de kiem gelegd voor Positieve Gezondheid en het verdere onderzoek daarnaar. Het was zeer inspirerend om met hen samen te werken.’
Waar heb je wakker van gelegen?
‘In hoeverre je mensen vrij laat om het gedachtegoed toe te passen. Je wilt immers dat het wordt ingezet zoals bedoeld. Om dat veilig te stellen, had ik het gedachtegoed wellicht kunnen deponeren als intellectueel eigendom. Maar het past juist bij het gedachtegoed om mensen vrij te laten: kijk of het je aanspreekt en ga er dan mee verder. Het kan dus gebeuren dat het concept anders of slechts voor een stukje wordt uitgewerkt. Of dat er eigenlijk niks verandert, maar dat het wel Positieve Gezondheid wordt genoemd. Daar ligt voor iPH een belangrijke taak: zorgdragen dat het gedachtegoed zich kwalitatief verder ontwikkelt.’
Wat is de grootste valkuil?
‘Ook al is het gedachtegoed in de kern simpel, het grijpt diep in op het denken en doen in de zorg. Nu is het vaak nog zo dat de patiënt zijn probleem neerlegt bij de hulpverlener om op te lossen. Die komt vervolgens met adviezen die in de praktijk vaak niet worden opgevolgd. In de training over Positieve Gezondheid vragen we dan ook: wie is hier nu hard aan het werk? Bij Positieve Gezondheid werk je door een ander gesprek te voeren. Dat moet je leren en het heeft tijd nodig om als gewoonte te ontwikkelen.’
Wat is de grootste uitdaging
‘De stelselwijziging die zo hard nodig is. Nu is het stelsel gericht op genezing van ziekte in plaats van bevordering van gezondheid. Ziekte is zelfs het uitgangspunt van het verdienmodel. Je wordt bijvoorbeeld als arts per verrichting betaald. Dat is een perverse prikkel. Het zou heel anders werken als je zeker bent van je inkomen – en als een gesprek zo lang mag duren als nodig.’
Wat kan helpen in die omslag?
‘Experimenteren. Zoals in Afferden waar de huisartsenpraktijk niet meer betaald wordt per verrichting en er extra tijd is voor het ‘andere gesprek’. Wat blijkt: dat bespaart een half miljoen euro per jaar omdat er minder doorverwijzingen nodig zijn. Maar wat ook blijkt is dat het nabijgelegen ziekenhuis daardoor financieel in de problemen raakt: dat krijgt minder patiënten. Ook het sociaal domein worstelt: dat moet nu de vragen zien op te lossen die bij de huisarts niet thuishoorden. Je ziet direct waar het begint te schuren. Het systeem loopt vast. Het zou bijvoorbeeld helpen als de zorg en het sociaal domein uit één pot gefinancierd zouden worden.’
Wat heeft jou onlangs geïnspireerd?
‘België maakt grote stappen met Positieve Gezondheid. Daar noemt de ziektekostenverzekeraar zich nu gezondheidsfonds. Dat vertelt wel wat. De verzekeraar wil in alle wijken informatiepunten inrichten waar mensen met allerlei vragen terechtkunnen – over de hele breedte van het spinnenweb. Die wijkpunten zijn dan weer regionaal georganiseerd, en die zijn weer verbonden op een hoger niveau. Het gaat om een heel netwerk van informatie en steun bij gezondheidsgedrag. Heel inspirerend. Gaandeweg groeit er op allerlei plekken in ons land en daarbuiten een heel web van gelijkgestemden. En dat is precies de bedoeling.’